De eenvoudigste, maar ook de meest omstreden wijze om rosé te maken is het mengen van witte en rode wijn. In Europa is deze methode alleen toegestaan in Champagne, om rosé champagne te maken. Voor de productie van gewone rosé in Europa is dit procédé verboden, hoewel er steeds meer stemmen opgaan om dit 'blenden' ook voor gewone wijnen toe te laten. In de rest van de wereld mag dit mengen van witte en rode wijn wel. De meeste rosé-wijnen die op deze manier gemaakt worden, zijn meestal echter van een zeer laag en oninteressant niveau.
De tweede manier, die men soms nog in traditionele (Franse) gebieden ziet, is de wijze waarop men witte wijn maakt. Rode druiven worden onmiddellijk geperst, er is geen maceratie van de schillen en pitten in het sap. Dit betekent dat het druivensap heel licht gekleurd is. Het vergist dan verder tot wijn en het resultaat noemt men vin gris. Sommige producenten in de Loirevallei en vooral dan in Sancerre, gebruiken dit procédé nog. Deze rosé-wijnen zijn zeer licht, delicaat en fruitig, vaak met lichte aroma's van rode bes.
De derde rosé methode gaat volgens de manier waarop men rode wijn maakt. De schillen en pitten macereren (losweken, het losmaken van kleur en smaak van de schillen en de pitten in het sap) in het druivensap en men laat de alcoholische gisting beginnen, maar men stopt de maceratie vroegtijdig, meestal na één tot drie dagen. Daardoor is de extractie van kleurstoffen en tannines niet zo groot als bij gewone rode wijn en krijgt men rosé. Voor gewone rode wijn duurt de maceratie gemiddeld één tot drie weken.
De vierde manier is tegenwoordig de meest gebruikte methode om rosé te maken. Het is de vinificatiemethode die geleid heeft tot krachtige, aromatische en kwalitatief betere rosé-wijnen. De Fransen noemen ze saignée, het laten 'bloeden' van de wijn. Men maakt gewoon rode wijn, volgens de traditionele methode. Om die rode wijn nog meer te concentreren, laat men tijdens de maceratie, na ongeveer 12 tot 24 uren, een deel van het (roodgekleurd) sap weglopen onderaan het vat. Dit sap wordt dan apart vergist tot rosé. Rosé is hier eigenlijk een bijproduct van rode wijn en het zijn vooral Spaanse wijnmakers geweest die in de jaren '90 krachtige roséwijnen op de markt zetten die volgens de saignée-methode gemaakt zijn.
De laatste methode wordt in sommige grote wijnbedrijven in de Nieuwe Wereld gebruikt om rosé te maken. Rode wijn wordt extreem gefilterd, zodat tannines en kleurstoffen eraan onttrokken worden.
Rosé werd in eerste instantie populair door rosé d’Anjou: een toegankelijke rosé uit de Loirestreek met een klein zoetje. Deze werd veel gedronken in de jaren 70. Daarna werd het lange tijd stil rond deze heerlijke frisse zomerwijn. Daarna volgde een echte rosé revival aan het einde van de jaren 90.
De streek die het best bekend staat om haar rosé is de Provence. In dit prachtige stukje Zuid-Frankrijk wordt heerlijke droge, iets kruidige rosé gemaakt met een kenmerkende lichtroze, bijna zalmachtige kleur. Deze lichtere rosé wordt tegenwoordig ook steeds meer in Nederland geschonken. Ook beroemd: Tavel, in de zuidelijke Rhônevallei in Frankrijk. Tavel maakt rosé met een duidelijk herkenbare oranje kleur, veel alcohol en een wat geoxideerde geur. Dat maakt hem vrij warm - door de alcohol - maar minder fruitig. De beste Tavels worden echter volgens de saignée-methode gemaakt en zijn roder, frisser en fruitiger, wat meer in de internationale stijl. Bijna alle roséwijnen uit de Provence worden op dezelfde manier gemaakt.
Heb je toch liever een wat vollere en fruitigere rosé met een rodere kleur? Ga dan bijvoorbeeld voor een rosé uit Spanje. Van de garnacha-druif wordt in Navarra (Noord-Spanje) bijzondere rosé gemaakt met een kersenrode kleur en fruitige aroma’s van frambozen.
En de Nieuwe Wereld? Rosé uit de Nieuwe Wereld heeft een heel ander karakter dan de meeste Europese wijnen. Een typische Australische of Californische rosé zal levendig paarsrood tot diep roze van kleur zijn, van oranje kleurtinten is helemaal geen sprake. Dat betekent dat de wijn veel geconcentreerder en krachtiger is. Het boeket van deze rosé is zeer fris en fruitig, en de wijnen worden gemaakt met de modernste vinificatietechnieken.
De meeste rosé past bij dezelfde soort gerechten. Die zijn vrij licht en niet te complex van structuur en spelen vooral op frisheid. Met salades met vinaigrette bijvoorbeeld of met charcuterie zit u altijd goed. Hoe donkerder van kleur de rosé, hoe krachtiger zijn smaak en hoe geschikter hij is om bij iets meer geconcentreerde gerechten te serveren. Rosé uit Spanje, Australië of Californië kan bijvoorbeeld zeer goed zijn bij geroosterd vlees.
Rosé is een zeer divers product en op meerdere manieren in te zetten. Vooral in de zomer op het terras of bij de barbecue, maar zeker ook op een wat hoger gastronomisch niveau. Kortom: niet overslaan bij wijnproeverijen!
---------------------
Wie ben ik?
Ik ben Wilco en oprichter en eigenaar van WijnDok: importeur en groothandel in Zuid-Europese wijnen. WijnDok is in januari 2011 opgericht uit jarenlange passie voor wijn en een ondernemende geest. Ik heb de basis wijncursussen SWEN 1 en 2 succesvol doorlopen en doe de Vinologenopleiding. Daarnaast schrijf ik blogs voor WijdrinkenWijn, zowel op de website als de Facebook-pagina.
Beoordelingen
Er zijn geen beoordelingen gevonden.
Blog