De middag werd besteed aan klimatologische en bodem-aspekten van de wijnbouw. Verschillende klimaten, temperatuur, neerslag. Er zijn verschillende modellen om te bepalen welke druiven op welke plaats (gebaseerd op de gemiddelde temperatuur) goed kunnen gedijen. Een veel gebruikt model is dat van Pierre Huglin. Hij analyseerde gemiddelde temperaturen, daglengte en hield ook rekening met de breedtegraad. Dit resulteert in de Huglinindex die een indicatie geeft welk druivenras onder de gegeven klimatologische omstandigheden tot een normale rijpheid moet kunnen komen. Ook bodemaspecten als textuur, irrigatie en de invloed op de rendementen van de wijnbouw kwamen aan de orde. En natuurlijk mooie te proeven wijnen uit koele en warmere klimaten om te leren daar onderscheid tussen te maken.
Ook hebben we een proefgroep gevormd om regelmatig wijnen te leren proeven buiten de lessen om. Zin in!
Beoordelingen
Er is 1 beoordeling gevonden.
Jacques van den Hoogen1 september 2014 om 21:29
Goede weergave van deze -inderdaad- leerzame dag!
Blog